Macronorm onroerende-zaakbelastingen (OZB) is vervallen per 1 januari 2020
De macronorm bepaalt de maximale jaarlijkse stijging van de ozb-opbrengsten van alle gemeenten samen. In 2014 is uit onderzoek gebleken dat de macronorm geen effectief instrument is, omdat de norm niet heeft bijgedragen aan een gematigde lastenontwikkeling. De besluitvorming over tarieven in gemeenten is namelijk in de eerste plaats geënt op lokale afwegingen.
Overleg tussen het Rijk en de VNG heeft geresulteerd in de introductie van een benchmark met ingang van 1 januari 2020, waarin naast de OZB ook de riool- en afvalstoffenheffing worden vergeleken. In de benchmark wordt een vergelijking van de gemeentelijke woonlasten en de gemeentelijke tariefontwikkeling per provincie gegeven, net als de landelijke en provinciale gemiddelden. Middels deze (grafische) vergelijking worden de onderlinge verschillen tussen gemeenten nog inzichtelijker gemaakt. Het overzicht vergelijkt binnen de provincie de tariefswijzigingen per gemeente en het cumulatief bedrag van de drie heffingen per gemeente. Verder moet de benchmark het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen.
Amendement Omtzigt
De gemeentewet maakt voor de OZB onderscheid tussen woningen en niet-woningen. De tarieven voor niet-woningen zijn hoger dan het tarief voor woningen.
Sportvelden, sportkantines en dorps- en buurthuizen worden voor de OZB aangemerkt als niet-woning en worden zo ook in de belastingheffing betrokken. In het Belastingplan 2019 is het zogenaamde amendement Omtzigt opgenomen, hierdoor is artikel 220f van de Gemeentewet per 1 januari 2019 gewijzigd in die zin dat voor - nader door de gemeente te bepalen - sociaal behartigende instellingen niet de hoge niet-woning tarieven kunnen gelden, maar het lagere woningtarief.
De toelichting op het amendement en de wettekst is op onderdelen tegenstrijdig en niet duidelijk. Wij volgen de ontwikkelingen en zolang er geen duidelijkheid is, volgen we het advies vooralsnog geen gebruik te maken van de wetswijziging.